Tagarchief: Verschuiving

Excel-functies N en T



Excel kent 2 functies waarvan het nut niet helemaal duidelijk is: N() en T().
Het lijkt er op, dat het nog restanten zijn uit het verleden. Volgens Microsoft bestaan ze nog “in verband met compatibiliteit met andere spreadsheet-programma’s“.

Allebei de functies kennen maar 1 argument/parameter; de functie N() zet de parameter zo mogelijk om in een getal (Numeriek) en de functie T() levert als resultaat een Tekst, als het argument ook een tekst is.

NB de 2 haakjes in de tekst staan er bewust omdat iedere Excel-functie deze haakjes nodig heeft; bij verreweg de meeste functies moeten tussen de haakjes één of meer argumenten opgegeven worden.

Hieronder zullen we kijken hoe deze functies zich in de ‘normale’ praktijk gedragen, maar ik zal ook laten zien hoe de functies zich goed laten gebruiken in meer creatieve/excentrieke toepassingen.

De functie N()

Zoals al aangegeven zet deze functie het argument om in een getal; tenminste als dat (makkelijk) kan, anders levert de functie de waarde 0 terug; zie het tabblad Vb1 in het Voorbeeldbestand.

Uit de eerste 2 voorbeelden blijkt, dat de N-functie een combinatie van tekst en cijfers NIET kan omzetten naar een getal.
Een geheel getal of een getal met decimalen levert wel de juiste waarde op.
Wanneer de parameter een getal met een decimale punt bevat wordt dit door Excel als tekst gezien (de inhoud van de cel is dan ook automatisch links uitgelijnd) .

In cel B8 staat een formule, die als resultaat een getal oplevert; de N-functie neem deze waarde over.
Een datum is voor Excel een getal (het aantal dagen na 1-1-1900; zie het artikel Data (datums)). De N-functie zet een harde datum (in cel B9) dan ook ‘gewoon’ om naar het betreffende getal en ook het resultaat van een functie (VANDAAG() in cel B10). Ook als de cel een uitgebreide datum-opmaak heeft gekregen (cel B11) levert dit hetzelfde resultaat.

NB Excel heeft de cellen B8:B11 automatisch rechts uitgelijnd; daaraan is al te zien dat hij ze als numerieke waarden interpreteert.

De cellen B12:B14 bevatten teksten (automatisch links uitgelijnd) en de N-functie levert dan ook de waarde 0 terug.
Cel B12 bevat een ‘optelling’ (met het &-teken) van een tekst en een datum (dus een getal) en wordt daardoor vanzelf een tekst: =”Vandaag: “&VANDAAG()
In B13 is gebruik gemaakt van de functie TEKST om de datum een opmaak mee te geven: =”Vandaag: “&TEKST(VANDAAG();”dd-mm-jjjj”)
B14 bevat alleen de TEKST-functie, waardoor het resultaat (uiteraard) direct een tekst wordt: =TEKST(VANDAAG();”dddd d mmmm jjjj”)

De teksten Waar en Onwaar worden door de N-functie vertaald naar 1, respectievelijk 0. Ook als het het resultaat is van een formule (zie cel B17 met de formule =2>1).
De resultaten van formules die een foutwaarde opleveren (bijvoorbeeld =1/0 in cel B18) worden door de N-functie overgenomen.
Wanneer N() een lege parameter meekrijgt (zie cellen B19 en C19) dan wordt het resultaat 0.

NB let op de automatische uitlijning door Excel van de cellen B15:B18.

N-functie in plaats van ALS

De N-functie kan ook goed gebruikt worden ter vervanging van de ALS-functie. Dit levert een iets kortere en beter leesbare formule op.
Stel we hebben de situatie, dat een bedrag met een bepaalde provisie wordt verhoogd wanneer dat bedrag hoger of gelijk is aan een grenswaarde (zie tabblad Vb1 in het Voorbeeldbestand).
De bijbehorende formule is dan:
=ALS(G4>=G2;G4*(1+G3);G4)
of (als we de betreffende cellen een naam hebben gegeven):
=ALS(Bedrag>=Grenswaarde;Bedrag*(1+Provisie);Bedrag)

NB een blok cellen een naam geven kan makkelijk als volgt:

  1. selecteer de cellen F2 t/m G4
  2. kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Maken o.b.v. selectie
  3. in dit geval moet alleen Linkerkolom aangevinkt staan
  4. klik op OK
  5. controleer even wat er gebeurd is: kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Namen beheren

Maar de formule kun je ook op een andere manier (eenvoudiger?) schrijven:
=Bedrag*(1+ALS(Bedrag>=Grenswaarde;Provisie;0))
of
=Bedrag*(1+Provisie*ALS(Bedrag>=Grenswaarde;1;0))
of door de N-functie te gebruiken:
 =Bedrag*(1+Provisie*N(Bedrag>=Grenswaarde))

N-functie in plaats van een opmerking

Er kan niet genoeg benadrukt worden hoe belangrijk het is om een spreadsheet van voldoende documentatie te voorzien (voor uzelf en/of voor anderen).

Die documentatie kan vastliggen in Word-files, in een apart tabblad en/of door cellen met formules van opmerkingen te voorzien (zie cel G5 in het tabblad Vb1 van het Voorbeeldbestand).

Maar plaats u veel opmerkingen in een spreadsheet dan wordt het daardoor ook niet overzichtelijker. Commentaar kan ook met de N-functie aan een cel worden toegevoegd. In cel G9 wordt daartoe bij de formule de N() met als parameter het commentaar (als tekst!) opgeteld; die laatste levert toch de waarde 0 op.

De functie T()

De T-functie zal nu weinig verrassingen meer opleveren: als de parameter een tekst is (of via een formule een tekst bevat) dan zal de T-functie de tekst terugleveren en anders niets (een lege tekst).

Aangezien WAAR en ONWAAR intern Excel als numeriek worden gezien (1 of 0) levert T() dus een lege waarde op.

Bij een foutmelding als parameter wordt de foutmelding overgenomen en een leeg argument voor de T-functie geeft een leeg resultaat.

T() in de praktijk

In een bepaalde toepassing wilt u teksten uit verschillende kolommen aan elkaar koppelen. Zoals we gezien hebben kan dat gemakkelijk met behulp van het &-teken. In het tabblad Vb2 van het Voorbeeldbestand hebben we dat gedaan in cel E3; daar zijn tussen de teksten ook nog extra spaties toegevoegd.

In deze toepassing mogen de cellen echter allen gekoppeld worden als het een tekst bevat; hier komt de T-tunctie om de hoek kijken (zie cel E4).

Maar nou krijgen we problemen met de hoeveelheid tussenspaties. In cel E5 is dat als volgt opgelost:
=ALS(T(B5)=””;””;T(B5)&” “)&ALS(T(C5)=””;””;T(C5)&” “)&ALS(T(D5)=””;””;T(D5))

Als T(B5) een leeg resultaat oplevert, dan hoeft er niets te gebeuren, anders komt er de tekst T(B5) met een extra spatie.
Idem voor C5 en voor D5 bijna hetzelfde; de extra spatie vervalt.

In cel E6 staat een alternatief:
=ALS(N(B6);””;T(B6)&” “)&ALS(N(C6);””;T(C6)&” “)&ALS(N(D6);””;T(D6))

De twee laatste formules hebben als probleem dat als de laatste kolom een getal bevat (en ook als de tweede en de laatste kolom getallen bevatten) er nog een spatie op het einde van het resultaat staat.
Dat lossen we als volgt op: =SPATIES.WISSEN(E6)

NB maar we hadden natuurlijk dan ook niet zo ingewilled hoeven te doen met de ALS-functie, want SPATIES.WISSEN verwijdert niet alleen alle spaties aan de voor- en achterkant, maar wijzigt meerdere, tussenliggende spaties in één spatie. Dus de formule in E4 had ook kunnen zijn: =SPATIES.WISSEN(T(B4)&” “&T(C4)&” “&T(D4))

T-functie en CSE

In de dagelijkse praktijk hebben de T- en N-functies weinig toegevoegde waarde en dus ook weinig toepassingen.
Bij meer ingewikkelde (database-) problemen zie je toch nog wel eens opduiken.

In het Voorbeeldbestand heb ik een idee van Chandoo overgenomen in het tabblad Data.
Uit een HR-systeem is een overzicht gekomen van medewerkers, maar wel in een speciale vorm: in de oneven regels (met donkere achtergrond) staat de medewerker en direct daaronder (met lichtere achtergrond) zijn of haar leidinggevende (de tabel met medewerkers heeft de naam tblData gekregen).
Ook de leidinggevende kan weer een leidinggevende hebben, dus namen kunnen dubbel voorkomen (zie bijvoorbeeld A. Niesen; leidinggevende van A. Smit (regel 4) en als medewerker (regel 7)).

De bedoeling is om uit dit bestand bij een bepaalde medewerker zijn/haar leidinggevende op te zoeken. Het mag duidelijk zijn, dat een gewone VERT.ZOEKEN hier niet volstaat; we mogen alleen maar zoeken in de cellen met een donkere achtergrond.

Wanneer we dus A. Niesen zoeken moeten we op regel 7 uitkomen; ofwel in het derde blokje van de medewerker/baas-combinatie.

NB om de invoer van een naam te vergemakkelijken heb ik aan cel E2 een Validatie-regel toegevoegd: alleen maar namen uit de reeks met de naam KeuzeLijst zijn toegestaan en kunnen via de -button gekozen worden.

De formule in cel E3 ziet er zo uit:
=VERGELIJKEN(E2;T(VERSCHUIVING(tblData[[#Kopteksten];[Medewerkers]];RIJ($A$1:$A$100)*2-1;;1;1));0)

Wanneer we dit wat overzichtelijker laten zien:
01:=VERGELIJKEN(
02:     E2;
03:     T(
04:          VERSCHUIVING(
05:               tblData[[#Kopteksten];[Medewerkers]];
06:               RIJ($A$1:$A$100)*2-1;
07:               ;
08:               1;
09:               1
10:          )
11:     );
12:     0
13:)

Met Vergelijken (regel 1) gaan we de medewerker (regel 2) opzoeken.
Waar gaan we zoeken? Natuurlijk in de tabel tblData (regel 5). Maar niet in alle namen; alleen in de eerste, derde, vijfde etc. Met Verschuiving (regel 4) wordt een eigen reeks gemaakt door te verschuiven vanaf de koptekst Medewerkers (regel 5).
Hoeveel gaan we verschuiven? Als je weet dat RIJ(A1:A100) het rijnummer van de betreffende cellen genereert (regel 6; dus de getallen 1 t/m 100) dan is duidelijk dat door vermenigvuldiging met 2 en dan er 1 vanaf trekken de getallen 1, 3, 5 etc ontstaan. Met deze reeks gaan we naar beneden verschuiven vanaf de kopregel.
We blijven met de verschuiving in dezelfde kolom, dus de parameter in regel 7 is leeg.
Het resultaat van de verschuiving moet 1 cel hoog zijn (regel 8) en 1 cel breed (regel 9).
Om nu te zorgen, dat er een reeks van echte namen ontstaat komt de T-functie om de hoek kijken (regel 3).
Dus we gaan de naam uit E2 vergelijken met onze eigen reeks, waarbij een exacte match nodig is (vandaar de 0 in regel 12). Het resultaat is het volgnummer van het de combi medewerker/baas.

LET OP om te zorgen, dat de functie RIJ alle benodigde getallen genereert moet de formule in E3 als een zogenaamde array- of matrix-formule worden ingevoerd. Sluit de invoer NIET af met Enter, maar met Control-Shift-Enter (ofwel een CSE-invoer).

NB bekijk de werking van de diverse onderdelen van de formule:

  1. selecteer cel E3
  2. kies in de menutab Formules in het blok Formules controleren de optie Formule evalueren
  3. kijk welk gedeelte van de formule onderstreept is, druk dan op Evalueren en bekijk het resultaat
  4. herhaal stap 3 totdat de hele formule geëvalueerd is.

In cel E4 de naam van de baas opzoeken is nu een ‘peulenschil’:

=INDEX(tblData[Medewerkers];E3*2)


 

Dynamische grafieken

Niet iedereen zal meteen weten, wat hiermee bedoeld wordt.
De term dynamische grafiek wordt in de Excel-omgeving gebruikt, wanneer een grafiek zich direct aanpast aan wijzigingen in de bron-spreadsheet zonder dat de gebruikte bereiken voor de x- en y-waarden hoeven worden aangepast.
Het bekendste voorbeeld: er komen omzet-gegevens van een nieuwe maand beschikbaar; deze worden onderaan een reeks toegevoegd. Dan zou het fijn zijn als de bijbehorende grafiek dit automatisch zou overnemen.

Eenvoudige oplossing

Op allerlei manieren is er een bepaalde vorm van dynamiek te implementeren. DynGraf1

Laten we eerst een eenvoudige implementatie bekijken.
In het Voorbeeldbestand op het tabblad DynGraf1 zijn bedragen (kolom C) voor iedere maand (kolom A) opgenomen; in kolom B hebben de maanden een volgnummer gekregen.
Stel dat we alleen de cijfers tot en met juni willen weergeven:

  1.  cel D1 krijgt dan de waarde 6
  2. in D4 staat de formule: =ALS(B4<=$D$1;A4;””)
    Dus als het volgnummer kleiner of gelijk is aan de waarde in cel D1, dan wordt de waarde uit A4 (de maand) overgenomen en anders komt er niets (er staan alleen maar 2 aanhalingstekens)
  3. idem voor cel E4: =ALS(B4<=$D$1;C4;””)
  4. D4 en E4 kopiëren we naar beneden
  5. dan maken we een grafiek, die voor de x-waarden (horizontale as) “kijkt” naar de cellen D4 t/m D15 en voor de y-waarden naar E4 t/m E15
  6. de titel van de grafiek maken we dynamisch door een verwijzing te maken naar cel B17; dit gaat als volgt:
    * geef de grafiek een willekeurige titel
    * klik in de titel, dan in de formulebalk en voer daar het =-teken in, gevolgd door een verwijzing naar de gewenste cel: DynGraf2 en druk op Enter
  7. in cel B17 zorgen we dat de tekst aangepast wordt voor de maandkeuze:
    =”Bedragen t/m “&VERT.ZOEKEN($D$1;B4:D15;3;ONWAAR)
    Hier worden 2 teksten gekoppeld (zie het artikel Teksten samenvoegen): de “harde” tekst Bedragen t/m en de betreffende maand, die met de functie verticaal zoeken wordt opgehaald (zoek in de eerste kolom van het blok B4:D15 naar de waarde uit cel D1; geef de corresponderende waarde uit de 3e kolom van dat blok terug)

Een groot nadeel van de bovenstaande methode is, dat er voor de ontbrekende maanden een lege ruimte in de grafiek overblijft.
Dat kunnen we voorkomen door de grafiek dynamisch te maken met behulp van de functie Verschuiving.

Verschuiving

Voordat we deze functie voor grafieken gaan gebruiken eerst wat uitleg:
overal waar je in Excel een verwijzing naar een cel of een groep cellen (een cel-bereik of -range) gebruikt kun je ook VERSCHUIVING gebruiken.
De verwijzing zal dan niet naar de opgegeven cel zijn, maar naar 1 of meerdere cellen verschoven. DynGraf3Een voorbeeld:

  1. kies in het Voorbeeldbestand het tabblad DynGraf1
  2.  in cel H4 zetten we de formule =VERSCHUIVING(C4;2;0)
  3. het resultaat is 120; de functie geeft de inhoud van de cel 2 rijen onder en 0 kolommen rechts van C4 (dus C6)
  4. zo geeft de formule =VERSCHUIVING(C4;1;2) de waarde 110 (namelijk de inhoud van cel E5)
  5.  =VERSCHUIVING(E3;3;-2) werkt ook!! Resultaat is 120; de inhoud van cel C6.
  6. =VERSCHUIVING(D3;D1;0) en =VERSCHUIVING(D3;D1;1) leveren de maand en het bedrag afhankelijk van de waarde in cel D1
  7. Maar deze functie kent nog meer parameters (optioneel; zijn dus niet verplicht). We kunnen ook nog aangeven hoeveel rijen en kolommen het bereik vanuit de nieuwe positie moet hebben:
    =VERSCHUIVING(D3;1;1;3;1) geeft als resultaat de inhoud van de cellen E4:E6; namelijk, vanuit cel D3 startend, 1 rij naar beneden en 1 kolom naar rechts (dus E4) nemen we een bereik van 3 rijen hoog en 1 kolom breed.
    Wanneer we deze formule intikken in Excel, levert dit het resultaat 100; Excel laat de waarde van de eerste cel (E4 dus) zien.
    NB wil je weten wat Excel intern als resultaat van de functie vasthoudt:
    * klik in de formulebalk achter de betreffende functie en druk op F9
    * in plaats van de formule komt nu het resultaat: DynGraf4; dus wel degelijk de inhoud van drie cellen E4, E5 en E6
    * druk daarna niet op Enter maar op Esc
  8. maar als het resultaat van de vorige functie de inhoud van 3 cellen is, dan kunnen we natuurlijk ook nog het volgende doen:
    =SOM(VERSCHUIVING(D3;1;1;D1;1))
    Het resultaat is de som van de bedragen van de maanden, waarbij cel D1 bepaalt hoeveel maanden er worden meegenomen.

 Complexere (maar mooiere) oplossing

DynGraf5Nu we met Verschuiving overweg kunnen, kunnen we die voor onze dynamische grafiek gebruiken:

  1. kies opnieuw in het Voorbeeldbestand het tabblad DynGraf1
  2. scrol naar beneden zodat rij 70 in beeld is
  3. hier staat nog een grafiek die afhankelijk is van de waarde in cel D1; maar deze heeft geen “lege” maanden
  4. voordat je een dergelijke grafiek kunt maken, moeten binnen Excel enkele nieuwe namen gedefinieerd worden, die voor de x- en y-waarden worden gebruikt:
    * ga naar de menu-tab Formules
    * kies binnen het blok Gedefinieerde namen de optie Namen beheren
    * kies de optie NieuwDynGraf6, bij Naam tikken we in Maand en Verwijst naar wordt =verschuiving($A$49;0;0;$D$1;1)
    * klik OK; in het overzicht van namen is onze nieuwe naam Maand opgenomen, waarbij Excel aan de cellen A49 en D1 automatisch de naam van het betreffende tabblad en een ! heeft toegevoegd.
    LET OP maak verwijzingen naar cellen ALTIJD absoluut (met de $-tekens) anders zal de naam relatief zijn t.o.v. de cel, die op het moment van aanmaken geselecteerd is
  5. op dezelfde manier maken we een nieuwe naam Bedrag: =verschuiving($B$49;0;0;$D$1;1) of
    =verschuiving($A$49;0;1;$D$1;1)
  6. bij het maken van de grafiek geven we als Aslabelbereik =DynGraf1!Maand op en als Reekswaarden de naam =DynGraf1!Bedrag.
    LET OP begin met het =-teken en laat de hierboven gedefinieerde naam voorafgaan door de naam van het tabblad en een !
  7. Verander de waarde in D1 en bekijk het resultaat

NB wat gebeurt er als je in D1 bijvoorbeeld 15 intikt?

NB2 zet in D1 de formule =AANTAL(B49:B60) en maak cel B60 leeg

Nog complexere (en nog mooiere) oplossingen

DynGraf7In het Voorbeeldbestand heb ik nog 2 alternatieve oplossingen opgenomen.

In het eerste voorbeeld kun je ook de beginmaand opnemen, zodat de grafiek niet altijd met januari hoeft te beginnen, maar je bijvoorbeeld alleen de resultaten van het lopende kwartaal kunt laten zien.

Open het tabblad DynGraf2 en bekijk de opbouw van de sheet en de grafiek.
In dit tabblad worden de namen Maand2, Bedrag2 en Totaal gebruikt. De laatste is toegewezen aan het tekstvak, dat over de grafiek ligt.

DynGraf8In het laatste voorbeeld (tabblad DynGraf3) kunnen de grenzen met behulp van zogenaamde Schuifbalken worden ingesteld.

Om deze in een sheet te plaatsen kies je in de menu-tab Ontwikkelaars in het blok Besturingselementen de optie Invoegen. Klik dan binnen het blok Formulierbesturingselementen de optie Schuifbalk; geef met de cursor in de sheet aan waar de balk moet komen. DynGraf9Daarna kan na rechtsklikken op de schuifbalk het besturingselement opgemaakt worden.

Zoals te zien is kunnen hier de minimale en maximale waarden worden vastgelegd.  Van groot belang is de optie Koppeling met cel.


Kalender 2015

Ik dacht het nieuwe jaar te beginnen met het maken van een Excel-kalender en die te beschrijven in een G-Info-artikel.
kalenderChandooMaar ‘helaas’ te laat: de Indiase  Excel-guru Chandoo heeft vorige week een heel mooie kalender gepubliceerd; die wil ik u niet onthouden.
Ik heb deze omgezet in het Nederlands en de basiskalender iets anders ingericht, zodat de opbouw waarschijnlijk begrijpelijker is (hoewel de Chandoo-routine voor de liefhebbers echt kicken is!).

Deze keer geen uitleg van het Voorbeeldbestand; ‘kijk’ zelf rond en ontdek hoe allerlei handige opties van Excel (zoals Voorwaardelijke opmaak) gebruikt kunnen worden om een mooie Excel-toepassing te creëren.
Maar begrijp je een optie niet: schroom niet om G-Info om uitleg te vragen!

Ben je geïnteresseerd in de oorspronkelijke kalender (en meer van het werk van Chandoo) en zijn achtergrondartikelen: kijk dan op Chandoo.org.

De aangepaste, Nederlandstalige versie kun je hier downloaden.


WK-voetbal voorspeller (deel 2)

Spanje – Nederland: 1-5!

Nederland gestegenWie had dat verwacht; niemand toch?
Mijn vrienden, met wie ik de wedstrijd samen bekeek, begonnen te twijfelen aan de WK-voetbal voorspeller van G-Info (zie mijn blog van 5 juni).
Ik kan alleen maar ter verdediging aanvoeren, dat in mijn vorige blog ook al stond aangegeven, dat de kwaliteit van ieder Excel-model afhangt van de input en van de gehanteerde systematiek. De systematiek hou ik nog even staande (hoewel er al mensen tips voor verbetering hebben aangeleverd); de input kan iedere gebruiker zelf aanpassen (ik heb een paar ‘kleine’ aanpassingen gedaan en zie hierboven het resultaat voor de verwachtingen voor Nederland!).

Maar ik had beloofd om deze week wat meer uitleg te geven over de opzet van het spreadsheet-model; dus voor diegene, die daar nu nog behoefte aan heeft ….

Werkblad Invoer

Hier valt weinig spannends te beleven; dit blad bevat 2 tabellen, die als basis dienen voor het vervolg.WK-landen-indeling

Groepsindeling
Ik neem aan, dat de opbouw van deze tabel logisch genoeg is.
Zoals vorige keer al aangegeven, leggen we de sterkte van een land (qua voetbal!) vast via een ondergrens en een bovengrens.
Hoe kleiner het verschil tussen die twee grenzen, hoe stabieler de resultaten van het land zullen zijn en omgekeerd.

Het voorspeller-bestand is zodanig opgezet, dat deze voor een volgend toernooi opnieuw bruikbaar is. Dit alles onder de condities, dat er weer 8 groepen zijn met ieder 4 landen/ploegen en dat de 2 beste van de groepen verder gaan naar de achtste finales.
In dat geval hoeven alleen de namen van de deelnemende ploegen te worden gewijzigd in het werkblad Invoer. En uiteraard de grenzen voor de ploegen!

GroepschemaGroepschema

Met behulp van dit schema is vastgelegd in welke volgorde de groepswedstrijden worden gespeeld.
In dit geval speelt eerst ploeg 1 uit de groep tegen ploeg 2, dan 3 tegen 4, 1 tegen 3 etcetera.

Binnen dit werkblad zijn 4 namen voor groepen van cellen gedefinieerd:

  • Landen (cellen C4:C35)
  • LandKop (C3)
  • Sterkte (C4:E35)
  • GroepSchema (H3:I8)

In het vervolg van de spreadsheet wordt hier naar verwezen (meer over het gebruik van namen: zie het artikel van 31 mei 2014).

Werkblad Groepsfase

Nu begint het al wat leuker te worden! In dit blad zitten her en der wat aardige Excel-mogelijkheden ‘verstopt’.

Groepswedstrijden

Groeperen
Waarschijnlijk vallen de +-tekens aan de bovenkant en links meteen op.  Hieraan is te zien, dat er (werk)-kolommen en -rijen zijn verborgen, zodat alleen de belangrijkste onderdelen van het overzicht getoond worden.

Klik op een plus-teken en je kunt zien wat er ‘ achter’ zit; klik dan weer op het min-teken en de zaak wordt weer verborgen.
LET OP: ik heb niet de optie Kolommen of Rijen verbergen gebruikt; daarbij valt het te weinig op, dat er iets verborgen is. Nee alles is uitgevoerd met behulp van de optie Groeperen: kies aaneengesloten rijen of kolommen, die je tijdelijk niet wilt zien,  door de betreffende koppen te selecteren en ga naar de menu-optie Gegevens.  In het onderdeel Overzicht zie je de optie Groeperen.
Maar makkelijker: heb je de kolommen of rijen geselecteerd, druk dan de toetscombinatie Shift-Alt-Rechts in. Degroeperen gaat op een vergelijkbare manier (Shift-ALt-Links). Met Rechts en Links bedoel ik de cursortoets naar rechts cq. links.

Verschuiving
Nu gaan we naar wat steviger kost; kijk eens naar cel F13:

erschuivinOm deze spreadsheet nog vaker te kunnen gebruiken, moet het systeem zelf afleiden welk land op die plaats moet komen staan: het moet Land2 zijn (info in cel F1) in de 4e wedstrijd (cel C13) van de 2e groep (cel B13).

GroepschemaUit het groepschema weten we, dat de 2e ploeg in de 4e wedstrijd in iedere groep het 2e land uit die groep is.
In Excel vinden we dat met de formule:  INDEX(GroepSchema;WedNr;F1)
(zoek in Groepschema de rij op die overeenkomt met WedNr en daarbinnen de kolom, zoals vermeld in cel F1; in dit geval rij 4, kolom 2; voor meer informatie over zoeken via INDEX, zie ook het artikel Alternatief zoeken).
Ik maar hier gebruik van een heel handige eigenschap van het gebruik van Namen binnen Excel: WedNr is een reeks cellen, die loopt van C4 tot en met C51; wanneer je ergens in een cel daarnaast naar deze range verwijst via de naam (in dit voorbeeld vanuit cel F13), dan haalt Excel alleen de corresponderende cel in dezelfde rij op (dus hier C13, die de waarde 4 heeft), dus niet de hele reeks!

In het werkblad Invoer staan alle landen onder elkaar: eerst Groep A (de eerste groep), dan Groep B etc.
Om het land te vinden, dat in cel F13 moet komen, is het dus niet voldoende om te weten dat het het 2e land is maar moeten we ook nog weten in welke groep.
Het 2e land in de eerste groep staat in de landenkolom op de 2e plaats, het 2e land uit de 2e groep op 6, uit groep 3 op 10 etc.; telkens 4 verder dus.
Vandaar dat bij het hiervoor gevonden landnummer nog (GroepNr-1)*4 opgeteld moet worden om op de juiste plaats in de landenkolom terecht te komen (in dit geval gaat het om groep 2, dus komt er 4 bij en wordt het landnummer 6).

Met behulp van de functie INDEX zouden we nu in de reeks met de naam Landen kunnen zoeken, want we weten in welke rij we moeten zijn.
Ik heb deze keer voor een alternatieve manier gekozen: de functie VERSCHUIVING.

Met VERSCHUIVING geef je naast een verwijzing naar een bepaalde cel ook aan, dat je wat verder naar beneden (of naar boven!) en/of naar rechts of links wilt uitkomen.
In dit geval willen we dus vanuit de LandKop gerekend x rijen naar beneden en 0 kolommen naar links of rechts zoeken, ofwel
=VERSCHUIVING (LandKop; x; 0)

Maar de x kenden we ook al; die hebben we hiervoor afgeleid, dus de functie die we nodig hebben is:

     =VERSCHUIVING(LandKop;(GroepNr-1)*4+INDEX(GroepSchema;WedNr;E$1);0)

Nu we deze formule eenmaal hebben, kan die ook naar de overige cellen in E en F gekopieerd worden.

Wie wint een wedstrijd?
In de kolommen G en H staan de grenzen voor het eerste land uit de corresponderende rij (opgezocht m.b.v. INDEX en VERGELIJKEN; zie het artikel Alternatief zoeken), in de kolommen J en K idem voor het tweede land.

AselecttussenAls we kijken naar cel I4, dan zien we de formule =ASELECTTUSSEN(G4;H4).
In dit geval wordt er voor Brazilië willekeurig een getal gekozen tussen zijn onder- en bovengrens (deze keer leverde dat 40 op; druk je op de functietoets F9 dan zal er hoogstwaarschijnlijk een ander getal komen).

In de kolommen M en N verdelen we de punten per wedstrijd via een dubbele ALS-formule; in cel M4 is dat =ALS(I4>L4;3;ALS(I4=L4;1;0)).
Als de sterkte van Brazilië groter is dan die van Kroatië krijgen ze 3 punten, als de sterktes gelijk zijn dan 1 punt, anders 0 punten.

De volgende keer ga ik verder met de uitleg van de overige gebruikte functies en de VBA.

Voortschrijdend inzicht

Nu de eerste wedstrijden zijn gespeeld, is er misschien iets meer duidelijkheid gekomen over de sterkte van de landen. In ieder geval kennen we al wat uitslagen en kent het model dus iets minder onzekerheden.

Wat kun je nu doen:

  1. download eventueel nog een keer de WK-voetbal voorspeller
  2. als je wilt kun je op het werkblad Invoer nog wat sterktes aanpassen (Nederland toch maar gelijk maken aan Brazilië??, de sterkte van Spanje flink verlagen??)
  3. vul op het werkblad Groepsfase de bekende uitslagen in:
    Brazilië – Kroatië: 3-1; in cel I4 komt een 3 en in cel L4 een 1
    Spanje – Nederland: 1-5; in cel I10 een 1 en in cel L10 een 5
  4. vul ook de andere uitslagen in
  5. wis op het werkblad MC de vorige run(s) en laat Monte Carlo ongeveer 500 keer zijn werk doen; dat is voldoende om een goed beeld te krijgen van de mogelijke resultaten (volgens het model is de kans, dat Nederland wereldkampioen wordt door de uitslagen tot nu toe, verdubbeld!).
  6. sla het spreadsheet onder een andere naam op: WK2014 Uitslagen.xlsm