Tagarchief: Geheel

Op koers



Soms overkomt het je: krijg je een Excel-vraag en er gaat een heel nieuwe wereld voor je open.
Een paar weken geleden kreeg ik de vraag hoe je er voor zorgt dat, bij het uitzetten van een te vliegen traject, bij het berekenen van een gecorrigeerde koers er geen negatieve waarden of waarden groter dan 360o ontstaan.
Redelijk eenvoudig, maar toen kwam de volgende vraag: kun je gecorrigeerde koersen ook in Excel berekenen?

Na wat over en weer mailen werd het me duidelijk dat het een amateur-vlieger (zeg je dat zo?) heel wat tijd kost voordat hij kan gaan vliegen: routes, koersen moeten van te voren worden uitgestippeld, een zogenaamde vluchtlog moet worden opgesteld etcetera.

Maar zo’n nieuwe wereld is dan weer mooi een aanleiding om een Excel-artikel te schrijven.

Opmaak koersen

Bij het invullen van een vluchtlog moet niet alleen de koers worden uitgestippeld, ook moet deze theoretische koers nog gecorrigeerd worden voor wat betreft het effect van wind. Voor ons buitenstaanders: als de wind van rechts komt, dan zullen we ook iets meer naar rechts moeten ‘sturen’ dan de theoretische koers aangeeft.
Bij zo’n correctie kan het natuurlijk voorkomen dat we een koers kleiner dan 0 of groter dan 360 krijgen; dat moet dan nog aangepast worden.

In het Voorbeeldbestand op het tabblad KK staat een recht toe recht aan berekening. In kolom B staat de kaartkoers (theoretische koers), in kolom C is de correctie vanwege de wind opgenomen. In kolom D tellen we die 2 waardes op. Maar als die optelling negatief is, dan tellen we er nog eens 360 bij op. Wordt de som groter dan 360 dan trekken we er 360 vanaf.

Dit was eigenlijk de oorspronkelijke vraag, die ik kreeg. Maar uit onze correspondentie bleek, dat vliegeniers gewend zijn om koersen altijd met 3 getallen weer te geven en de correctie krijgt altijd een + of – teken.

Het eerste is in Excel snel opgelost. De cellen met koersen krijgen allemaal de opmaak zoals hiernaast weergegeven:

  1. selecteer de cellen die dezelfde opmaak moeten krijgen (eventueel Ctrl ingedrukt houden als de cellen niet aaneengesloten zijn)
  1. klik rechts en kies Celeigenschappen (of druk op Ctrl-1)
  2. kies de categorie Aangepast
  3. en het veld onder Type krijgt de waarde 000 (dus altijd 3 cijfers weergeven)

Om het tweede ‘probleem’ op te lossen krijgen de cellen in kolom C een andere opmaak:
Met het gedeelte voor de eerste punt-komma geven we aan dat positieve getallen altijd 2 cijfers bevatten en van een plus-teken moeten worden voorzien; via het tweede blokje bepalen we hoe negatieve getallen er uit moeten zien en als laatste dat een nul-waarde door 2 nullen wordt weergegeven.

NB de inhoud van de cellen verandert hierdoor niet, we hebben alleen de opmaak aangepast.

Bij de berekening van de Kompaskoers (kolom D) hebben we een geneste Als-functie gebruikt. Zoals zo vaak: in Excel kunnen we dat ook op een kortere manier oplossen.

Met behulp van de functie Rest bepalen we wat er overblijft wanneer we delen door 360 en en het gehele deel ‘weggooien’. Bij getallen tussen 0 en 360 is de rest na deling het getal zelf, bij getallen groter dan 360 wordt er 360 vanaf getrokken.

Maar de formule werkt ook als de optelling een negatief getal oplevert!
Dat blijkt ook uit kolom F, waar we de werking van de Rest-functie hebben nagebootst:
=D3-360*GEHEEL(D3/360)

Windcorrectie

Na het beantwoorden van de eerste vraag, kreeg ik een mail terug met een dankwoord en de opmerking: “Maar de windcorrectie berekenen in Excel is zeker te ingewikkeld?

Wat bleek: als de windsnelheid en -richting bekend zijn moeten er allerlei handmatige acties op aparte apparaten uitgevoerd worden om de windcorrectie te bepalen.

Eerste reactie mijnerzijds was: dat kan niet zo moeilijk zijn, een beetje rekenen met vectoren, daar hebben ze goniometrie voor uitgevonden! Maar dat viel toch wel tegen. Dus ik moet bekennen dat ik toen toch maar even Google heb gebruikt.

Op de site en.wikipedia.org/wiki/E6B vond ik het volgende (zie ook het tabblad Heading in het Voorbeeldbestand):

Op het tabblad Heading staat een voorbeeld van deze berekeningen.

NB zorg wel dat de snelheden in dezelfde eenheden zijn uitgedrukt!

Aangezien Excel binnen de goniometrische functies met radialen werkt is de 2e set formules gebruikt. De cellen in kolom C hebben een toepasselijke naam gekregen, zodat de formules beter leesbaar en dus beter controleerbaar zijn.

NB De Excel-vertaling van sin-1 is de functie Boogsin; de waarde voor π krijgen we door de functie Pi() te gebruiken.

In kolom D zorgen we voor een afronding naar gehele getallen:

Uiteraard kunnen deze berekeningen ook in één keer (zie cel C15):
=AFRONDEN(180/PI()*BOOGSIN(Vw*SIN(PI()*(w-d)/180)/Va);0)

Vluchtlog

Als voorbeeld kreeg ik het voorbereidende materiaal voor een vlucht van Teuge naar Texel. Een uittreksel:

In het tabblad Route van het Voorbeeldbestand hebben we op basis van bovenstaande informatie de vluchtlog enigszins nagebouwd.

De vluchtlog is een Excel-tabel met de naam tblHeading. In de gebruikte formules wordt dan ook verwezen naar de kolom-koppen (een @ betekent: haal de waarde uit een kolom in dezelfde regel waar de formule staat). De formule in kolom L wordt alleen berekend als geen van de cellen in dezelfde regel in de kolommen G, H, I of J leeg is.

NB1 het rekenen met richtingen/graden gaat in de vliegerij iets anders dan in de wiskunde. Vliegen naar het noorden is richting 0o, naar het oosten 90o etc. Een windrichting betekent dat de wind vanuit die richting komt.

NB2 het omrekenen van graden naar radialen en vv kunnen we ook aan Excel overlaten (zie kolom M):
=ALS(OF([@d]=””;[@Va]=””;[@w]=””;[@Vw]=””);””;GRADEN(BOOGSIN([@Vw]*SIN(RADIALEN([@w]-[@d]))/[@Va])))

In kolom N wordt dan de te vliegen koers bepaald: =ALS([@∆a]=””;””;REST([@d]+[@∆a];360))

Uiteraard willen we ook weten hoelang we straks onder weg zullen zijn. In kolom O wordt de zogenaamde grondsnelheid bepaald, rekening houdend met wind mee of tegen:
=ALS([@Heading]=””;””;WORTEL([@Va]^2+[@Vw]^2-2[@Va][@Vw]COS(PI()([@d]-[@w]+[@∆a])/180)))

Dan kunnen we per stap (of in vliegtermen Leg) de benodigde tijd uitrekenen (kolom P):
=ALS([@Vg]=””;””;[@Afstand]/[@Vg]/24)

NB we delen ook nog eens door 24, omdat het resultaat van Afstand/snelheid het aantal uren is. Op deze manier komt in kolom P een waarde, die het dagdeel aangeeft. Door dan de cellen een opmaak van uren en minuten te geven is het resultaat voor ons makkelijk interpreteerbaar.

Route-grafiek

Nou we toch bezig zijn: we willen natuurlijk ook nog wel ‘zien’ hoe we gaan vliegen; een plaatje zou wel mooi zijn.

Alles kan! (?)
We moeten dan wel eerst de gewenste koers (dus NIET de te vliegen koers) vertalen naar wiskundige hoeken. Wat blijkt: dat is niet zo ingewikkeld, hoek = 90o – koers.

Aangezien de x-coördinaat van het eindpunt van een stap berekend kan worden via de cosinus van de hoek en de y-coördinaat met de sinus zijn we er al bijna.

In kolom S op het tabblad Route van het Voorbeeldbestand worden de x-coördinaten van de stappen bepaald, in kolom T de y-coördinaten.
Door de vorige coördinaten daar telkens bij op te tellen krijgen we de vliegroute.

NB wanneer een stap niet gevuld is wordt met behulp van de functie NB() aangegeven dat die coördinaat niet bestaat. Bij het maken van een grafiek worden die punten niet meegenomen door Excel (zie Grafiek zonder nullen).

Op basis van deze tabel is bovenstaande grafiek gemaakt. Gebruik daarvoor een spreidingsdiagram.

NB1 het omrekenen van graden naar radialen gebeurt, ter illustratie, in de kolommen S en T op een verschillende manier.

NB2 door de grafiek te laten tekenen met vloeiende lijnen ontstaat een iets reëler beeld.

NB3 om een goede weergave van de vliegroute te krijgen moet je de hoogte en/of breedte van de grafiek zodanig aanpassen, dat de rasterlijnen vierkanten vormen.

NB4 disclaimer: ik ga er wel van uit dat piloten van bijvoorbeeld een 737 Max deze spreadsheet niet gaan gebruiken!

De labels van de grafiek kunnen bijvoorbeeld nog aangevuld worden met de te vliegen koers, zie het tabblad grafRoute van het Voorbeeldbestand.


Voorwaardelijke opmaak met sterren



In het vorige artikel (Heatmap en voorwaardelijke opmaak) zijn diverse (standaard-)opties van voorwaardelijke opmaak langs gekomen. Ik realiseerde me later dat ik iets te weinig over pictogrammen heb verteld.

Dus deze keer nog maar eens: voorwaardelijke opmaak.

Pictogrammen/classificaties

In het Voorbeeldbestand in het tabblad Classif staat een overzicht van de productie per maand.
Voor demonstratie-doeleinden worden de (meeste) maanden gevuld met willekeurige bedragen tussen 0 en een op te geven bovengrens (druk op F9 voor andere waarden).

Daaronder staan overzichten met dezelfde waarden, maar die we verschillende soorten voorwaardelijke opmaak hebben gegeven.

De eerste reeks (rij 8) heeft als volgt een opmaak gekregen:

  1. eerst zijn alle cellen geselecteerd, die een voorwaardelijke opmaak moeten krijgen; hier dus C8:N8
  2. daarna is in het blok Stijlen de optie Voorwaardelijke opmaak gekozen
  3. en dan bij Pictogramseries/Classificaties de optie met de 5 staafdiagrammen

Maar hoe komt de opmaak nu precies tot stand:

  1. selecteer één van de cellen met opmaak en kies dan opnieuw Voorwaardelijke opmaak
  2. dan de opties Regels beheren en Regel bewerken

Dus het eerste pictogram wordt getoond als de waarde in de cel groter of gelijk is aan 80% et cetera.
Maar waar is dit nu een percentage van? Dat wordt nergens duidelijk.

Let op wanneer je opmaak gebruikt op basis van procenten (zoals hierboven) dan bepaalt Excel op de achtergrond het verschil tussen de laagste en de hoogste waarde en zal daar de procent-berekening op los laten.
In het voorbeeld van tabblad Classif heeft de eerste maand de waarde 0 gekregen en de laatste maand de bovengrens uit cel D2. Op deze manier is de werking van de voorwaardelijke opmaak goed te bestuderen (druk op F9).

NB in het tabblad Classif2 van het Voorbeeldbestand kun je zien wat er met de opmaak gebeurt als de ondergrens en bovengrens niet zijn “vastgepind”.

In de regels 11 en 14 staan 2 andere voorbeelden van voorwaardelijke opmaak. Waar de opmaak hiervoor 5 verschillende vormen kan aannemen (geen, 1, 2, 3 of 4 balkjes gekleurd) hebben deze voorbeelden 4 respectievelijk 3 opties.
Een ster is helemaal, half of niet ingekleurd.

NB Alle voorbeelden hiervoor zijn gebaseerd op een serie gegevens (in dit geval iedere keer een rij) waarbij de voorwaardelijke opmaak aangeeft hoe de waarde van een cel relatief ten opzichte van de serie scoort.
Maar soms wil je op basis van een waarde in één cel een opmaak weergeven; bijvoorbeeld op basis van een score tussen 0 en 5 een aantal sterren laten zien.

Aantal sterren obv een score

De meest simpele vorm staat hiernaast (zie het tabblad 5Ster in het Voorbeeldbestand).

In kolom C wordt een getal tussen 0 en 5 gecreëerd met 1 decimaal (door eerst een heel getal tussen 0 en 50 te genereren en dat te delen door 10).

Met behulp van de functie Herhaling wordt in kolom D een overeenkomend aantal sterretjes geplaatst. In cel D3 staat de formule =HERHALING(“*”;C3)

Maar dat moet natuurlijk mooier kunnen.
Hiernaast worden maximaal 5 sterren ingekleurd op basis van een score. Wanneer het decimaal gedeelte groter of gelijk is aan 0,5 dan wordt er ook een halve ster gekleurd.

Hoe is dit overzicht opgebouwd? In iedere regel wordt de eerste ster ingekleurd als de score groter of gelijk is aan 1, de tweede ster als de score groter of gelijk is aan 2 enzovoort.
Maar de voorwaarde voor de 2e ster kunnen we ook anders formuleren: als de score minus 1 groter of gelijk is aan 1 dan moet die ingekleurd worden. Iets vergelijkbaars geldt voor de volgende kolommen.
Op deze tweede manier hebben we er voor gezorgd dat in iedere kolom de voorwaarde hetzelfde is.

Dus op basis van de score vullen we de kolommen daarachter met 2 verschillende formules: in de eerste kolom wordt de score overgenomen, de waardes in de andere kolommen zijn gelijk aan de vorige kolom minus 1 (ziet het tabblad 5Ster).

De cellen waar een ster moet komen krijgen dan allemaal de bovenstaande opmaak. Dus bij Type staat nu niet Procent maar wordt er aan een hard Getal gerefereerd.
Als de waarde in een cel groter of gelijk is aan 1 dan wordt die ster helemaal ingekleurd, is de waarde groter of gelijk aan 0,5 dan half en anders blijft de ster leeg.

Aantal sterren obv een score met schaling

Bovenstaand voorbeeld werkt prima als scores tussen 0 en 5 liggen. In de praktijk zullen scores vaak een andere range bestrijken.
In het tabblad Geschaald van het Voorbeeldbestand staan in kolom C bedragen tussen 0 en 100.
Voordat we daar op bovenstaande manier een aantal sterren (maximaal 5) aan kunnen koppelen moeten die bedragen eerst geschaald worden: =5*$C5/$C$2

Als dat gebeurd is kunnen er weer sterren uitgedeeld worden. Om de resultaten makkelijk te kunnen beoordelen is in het voorbeeld een hulpkolom (#Ster) toegevoegd waarin het aantal toe te kennen sterren wordt berekend:
=GEHEEL(D5)+ALS(D5-GEHEEL(D5)>=0,5;0,5;0)

Het aantal toe te kennen hele sterren wordt bepaald met behulp van de functie GEHEEL (de decimalen worden afgehakt); daarna wordt er gekeken of er nog een halve ster bij moet door te kijken of het decimale gedeelte groter of gelijk is aan 0,5.

NB1 voor de liefhebbers, bovenstaande formule kan compacter:
=GEHEEL(D5)+0,5*(D5-GEHEEL(D5)>=0,5)
Hierbij maken we gebruik van de interne werking van Excel: iets wat WAAR is, is gelijk aan 1 en iets wat ONWAAR is, is gelijk aan 0.

NB2 uiteraard zijn de hulpkolommen Geschaald en #Ster niet nodig; zie het tabblad Gesch2 in het Voorbeeldbestand.

NB3 in de vorige voorbeelden is het aantal sterren gebaseerd op een te behalen bovengrens (staat op 100 ingesteld maar is te wijzigen). Soms kan het nodig zijn om het aantal toe te kennen sterren relatief ten opzichte van de maximale score te bepalen; zie het tabblad Gesch3 in het Voorbeeldbestand.

Zoals u kunt zien kunt u ook desgewenst, via Regels beheren, pictogrammen weglaten:

NB4 in het tabblad Gesch4 is het overzicht iets flexibeler ingericht. Voegt u bijvoorbeeld op de plaats van kolom F een nieuwe kolom toe dan zal het systeem direct de juiste berekening uitvoeren (wel in de nieuwe kolom de formules uit de kolom daarachter kopiëren!).


Sudoku in Excel



Ik kreeg onlangs de volgende vraag: kun je geen artikel schrijven waarin je uitlegt hoe je met behulp van Excel Sudoku-puzzels op kunt lossen.
Mijn antwoord bestond uit 2 woorden ‘Ja’ en ‘maar’.

De Ja, omdat met Excel ‘alles’ mogelijk is en de maar omdat het oplossen van zo’n puzzel meer een programmeer-uitdaging is en niet zozeer iets om de mogelijkheden van Excel voor de dagelijkse praktijk te laten zien.

Maar toen ik er wat langer over nadacht, zag ik wel wat mogelijkheden.
Dus nu toch een Sudoku in Excel, maar niet een machine die de oplossing genereert (wat zou je daar ook mee moeten), wel een systeem dat het zoeken van een oplossing ondersteunt.

Met behulp van Voorwaardelijke opmaak laat Excel zien op welke plaatsen een cijfer geplaatst kan worden. Dubbele invoer in een rij, kolom of blok wordt ook door Voorwaardelijk opmaak gesignaleerd. Bij deze opmaak wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de Namen-optie van Excel; niet alleen de standaard-toepassing daarvan maar ook enkele meer ingewikkelde en dus interessante mogelijkheden!

Basis van het G-Info/Sudoku-systeem

Allereerst hebben we natuurlijk een blok van 9 bij 9 nodig, die dan verder is onderverdeeld in kleinere blokken van 3 bij 3 en in rijen en kolommen. Daar gebruiken we een eigenschap van cellen voor; we kunnen de (dikte van de) randen aanpassen (druk op Ctrl-1). Het bereik van de 81 cellen heeft de naam Sudoku gekregen.

Om straks te weten over welke kolom of rij we het hebben, zijn in regel 3 en in kolom B de cijfers 1 t/m 9 ingevuld. De kruising van die twee, dus cel B3, heeft de naam Ref gekregen. Straks moeten we ook weten wat de inhoud van een geselecteerde cel is; die informatie komt in cel O3 met de naam Selectie.
Regel 3 en de kolommen B en O zijn ‘onzichtbaar’ gemaakt . Dit is te zien aan de +-jes; door daar op te klikken, open en sluit je een bepaalde groep cellen (zie het tabblad Sudoku in het Voorbeeldbestand).

Om het geheel wat mooier te maken is het standaard-raster weggehaald (menutab Bestand, dan Opties en daarbinnen Geavanceerd; vink dan Rasterlijnen weergeven uit).
Alle regels en kolommen, die we niet nodig hebben, zijn verborgen (selecteer ze eerst en dan rechts klikken).
En als laatste zijn de klom- en rijnamen weggelaten (menutab Bestand, dan Opties en daarbinnen Geavanceerd; vink dan Rij- en kolomkoppen weergeven uit).

Voor een soepele werking van het spel zijn nog een paar knoppen toegevoegd die bepaalde VBA-routines opstarten; hier komen we later op terug.

Controle 1

Het eerste wat we willen weten als we een Sudoku invullen, is waar overal (als voorbeeld) een 1 staat of waar een 2 etc.
Dat kunnen we met Voorwaardelijke opmaak goed zichtbaar maken; de enige voorwaarde is dat we weten welk cijfer we willen laten oplichten. Daarvoor hebben we een klein VBA-programmaatje nodig:

De subroutine Worksheet_SelectionChange is gekoppeld aan het werkblad Sudoku. Als de selectie in dit werkblad wordt gewijzigd, wordt deze routine automatisch door Excel aangeroepen. Op deze manier bevat de cel Selectie (O3) altijd de laatst geselecteerde waarde uit het bereik Sudoku.

NB bekijk de VBA-routine in het Voorbeeldbestand door bijvoorbeeld met de muis rechts te klikken op de tab Sudoku en dan te kiezen Programmacode weergeven. Eventueel nog dubbelklikken op het blad Sudoku in de Projectverkenner.

Nu kunnen we de Voorwaardelijke opmaak toevoegen:

  1. plaats de cursor in de eerste cel van de Sudoku (D5 dus) en Fselecteer dan de 81 Sudoku-cellen
  2. kies in de menutab Start in het blok Stijlen de optie Voorwaardelijke opmaak en dan Nieuwe regel …
  3. in het vervolgscherm kiezen we de 2e optie (Alleen cellen opmaken met) en geven dan aan dat de opmaak moet worden doorgevoerd als de celwaarde gelijk is aan de inhoud van de cel Selectie (denk aan het =-teken vóór Selectie)
  4. nog even de gewenste Opmaak instellen en OK

Controle 2

De volgende controle zorgt er voor dat we weten of er geen dubbele cijfers in de kolommen, rijen of kleine blokken voorkomen.

Voordat we dit makkelijk en flexibel kunnen doen moeten we wat voorwerk verrichten.
Excel moet automatisch beoordelen bij welke rij, kolom en blok een bepaalde cel hoort. Dan heb ik gedaan door enkele nieuwe Namen in te voeren:

  1. plaats de cursor in de eerste cel van de Sudoku
  2. een nieuwe naam creëren: kies in de menutab Formules in het blok Gedefinieerde namen de optie Naam definiëren
  3. in het vervolgscherm kiezen we als Naam een handige omschrijving, in dit geval RijSel en bij Verwijst naar=Sudoku!$B5
    Denk aan het dollar-teken voor de kolom-letter.
    Afhankelijk waar de cursor staat (nu in regel 5) zal deze naam de waarde uit kolom B van die regel ophalen.
  4. op gelijkwaardige manier bestaat er ook de naam KolomSel met als formule =Sudoku!D$3
    Deze naam geeft dus altijd de waarde uit regel 3 van de kolom waar de cursor staat.
  5. om te bepalen in welk blok de cursor staat is wat ingewikkelder:
    =GEHEEL((Sudoku!RijSel-1)/3)*3+GEHEEL((Sudoku!KolomSel-1)/3)+1
    Hier is de naam BlokSel aan gekoppeld.
  6. nu moeten we nog de inhoud van zo’n rij, kolom en blok kunnen ophalen om de inhoud te kunnen testen. Daartoe zijn nog 3 extra namen gedefinieerd:
    RijTest met de formule =VERSCHUIVING(Sudoku!Ref;Sudoku!RijSel+1;2;1;9)
    KolomTest met =VERSCHUIVING(Sudoku!Ref;2;Sudoku!KolomSel+1;9;1) en
    BlokTest met =VERSCHUIVING(Sudoku!Ref;GEHEEL((Sudoku!BlokSel-1)/3)*3+2;REST((Sudoku!BlokSel-1);3)*3+2;3;3)

Nu kunnen we een nieuwe Voorwaardelijke opmaak toevoegen:

  1. plaats de cursor in de eerste cel van de Sudoku (D5 dus) en selecteer dan de 81 Sudoku-cellen
  2. kies in de menutab Start in het blok Stijlen de optie Voorwaardelijke opmaak en dan Nieuwe regel …
  3. in het vervolgscherm kiezen we nu de laatste optie (Een formule gebruiken). De formule wordt
    =OF(AANTAL.ALS(BlokTest;D5)>1;
    OF(AANTAL.ALS(RijTest;D5)>1;
    AANTAL.ALS(KolomTest;D5)>1))
    Aantal.Als kijkt hoe vaak in een bereik (de eerste parameter) de waarde van de tweede parameter voorkomt.
  4. nog even een Opmaak instellen en OK

NB1 wil je de gebruikte opmaak bekijken kies dan Regels beheren binnen de optie Voorwaardelijke opmaak

NB2 achteraf gezien was het waarschijnlijker makkelijker geweest om voor het testen de functie INDEX te gebruiken in plaats van VERSCHUIVING. Misschien een andere keer.

Controle 3

Als laatste controle voegen we nog wat opmaak toe, die aangeeft op welke plaatsen een bepaald geselecteerd cijfer nog kan worden ingevuld:

  1. plaats de cursor in de eerste cel van de Sudoku (D5 dus) en selecteer dan de 81 Sudoku-cellen
  2. kies in de menutab Start in het blok Stijlen de optie Voorwaardelijke opmaak en dan Nieuwe regel …
  3. in het vervolgscherm kiezen we nu de laatste optie (Een formule gebruiken). De formule wordt
    =EN(D5<=0;
    EN(Selectie>0;
    EN(AANTAL.ALS(BlokTest;Selectie)=0;
    EN(AANTAL.ALS(RijTest;Selectie)=0;
    AANTAL.ALS(KolomTest;Selectie)=0))))
    Dus als de betreffende cel, waarvan de opmaak moet worden ingesteld, een waarde kleiner of gelijk aan nul heeft (dus er is nog geen cijfer ingevuld) EN via Selectie weten we welk cijfer we onder de loep nemen EN in het betreffende blok komt het cijfer nog niet voor EN ook niet in de rin EN niet in de kolom dan moet de opmaak toegepast worden.

Buttons/knoppen

Onder de Sudoku zijn een paar knoppen opgenomen, die het opzetten van een spel kunnen vergemakkelijken (zie het Voorbeeldbestand):

  1. Wissen: de beveiliging van het tabblad wordt verwijderd, het speelveld leeg gemaakt, lettertypes en eventuele kleuren worden gereset. Ook de Selectie en de Starttijd worden leeg gemaakt.
  2. de volgende stap is dat een nieuw spel moet worden opgezet. Doe dit op het tabblad Makkelijk of Moeilijk door onder een bestaand spel ‘met de hand’ cijfers op de juiste plaats te zetten.
    Kies dan op het tabblad Sudoku de knop Kopieer. Er komt een pop-up waarmee kan worden aangegeven welk spel uit de voorraad moet worden opgezet. Selecteer daartoe het betreffende blok met de muis en klik dan op OK.
  3. Als je klaar bent om te gaan spelen, klik dan op de knop Start. Allereerst worden alle opgezette cijfers geblokkeerd en vet gemaakt, het tabblad beveiligd (zonder wachtwoord) en de Starttijd ingevuld.
  4. Wil je tussentijds wat zetten gaan proberen, bewaar dan de tussenstand via de knop Save. De stand van dat moment wordt gekopieerd naar het tabblad SaveGame.

Handleiding

In het tabblad Handleiding staat de werkwijze van het systeem ook uitgelegd en ik heb enkele tips toegevoegd.

Veel speel-plezier!